Keizersbeek

De keizersbeek begint als Schaarsbeek in het Meddose Veen, en stroomt via Bredevoort en Aalten naar de AA-strang bij Ulft, waar hij na een reis van 18km in uitmondt. Het is een plantenrijke beek met een goed bestand aan grote rietvoorn. In deze beek heb ik verschillende grote rietvoorns tussen de 35 en 40 cm. gevangen, dus het minste wat ik kan doen is u er ook een paar gunnen.

‘s Winters snoek en ‘s zomers rietvoorn en karper.

De vliegvisserij is hier wel een beetje seizoengebonden; alhoewel er ‘s winters met de nimf best wel wat witvis te vangen is, vis ik dan toch liever met de streamer op snoek. De waterplanten zijn vanaf november zo goed als verdwenen en de maaibermen zijn winterklaar gemaakt, zodat de oevers weer goed te betreden zijn. Het is dan ook bijzonder effectief om met de streamer een paar kilometer van de beek af te vissen. Mijn voorkeur gaat uit naar een eenvoudig te binden en te vissen bucktailstreamer, zoals b.v. Willem Alphenaars oude en vertrouwde Mellow Yellow. Deze streamer vis ik altijd aan een spinstang en nooit aan een stalen onderlijn i.v.m. “metaalmoeheid”. Ik loop en werp meestal stroomafwaarts, zodat ik de streamer langzaam tegen de stroming in kan sturen en binnenstrippen. Verwacht in deze beek geen kanjersnoeken, maar 80 cm. is af en toe zeker haalbaar. Kleiner water levert over het algemeen ook wat kleinere vis op, maar je ziet de snoek er in het heldere water bijna altijd op “knallen” en dat heeft ook wel weer iets.

De rietvoornvisserij is van meerdere factoren afhankelijk voor een “gouden” dag. Als eerste moet het water helder zijn; en dat is, weersafhankelijk, ongeveer half juni. Ten tweede moet het plompenblad volgroeid zijn, want hier liggen die grote ruizers graag onder of naast. En ten derde moet het natuurlijk helder en warm zonnig weer zijn, anders liggen de vissen niet in de oppervlakte. Ik loop altijd heel langzaam langs de oever, want voor je het weet loop je ze voorbij, vooral de grote exemplaren liggen rustig en doodstil af te wachten totdat er een (kunst)vlieg voorbij komt drijven.

Een eenvoudige red tag, palmer, of een sedge imitatie op haakmaat 8 doet het prima, of, als ze voorzichtig zijn, pak ik nog wel eens een maatje kleiner. De stengels van het plompenblad zijn ‘s zomers zeer sterk, dus vis ik altijd m’n droge vlieg aan minimaal 0,20 mm nylon tip. Ik vind dit sportiever dan een grote rietvoorn te verspelen die hierna met een kunstvlieg in z’n bek blijft rondzwemmen.

Er zwemmen ook enorme karpers rond in de Keizersbeek, een wat steviger hengel in de auto met een zalmeitje eraan kan zomaar van pas komen.

In de zomer is het zoeken naar goede stekken; er is veel plantengroei en op sommige plekken kan het water erg laag staan.