Snoekbaars in Zijkanaal C
Het Noordzeekanaal en alle zijkanalen ervan, vormen een verbinding tussen de Noordzee en het binnenwater. Dat levert niet alleen een bijzonder visrijk water op, maar ook een gebied met een grote rijkdom aan vissoorten.
De omgeving
Een onlangs afgesloten onderzoek over het Noordzeekanaal wees uit dat hier maar liefst 65 verschillende soorten voorkomen, waaronder een aantal ‘zoute’. Dus kijk niet vreemd op als er een bot aan je vlieg gaat hangen!
We beperken ons hier tot zijkanaal C, het kanaal dat loopt van het Noordzeekanaal naar het sluisje van Spaarndam. Lang niet overal kan vanaf de oever worden gevist met de vlieghengel. Op sommige plaatsen is de oever niet bereikbaar vanwege het metershoge riet, op andere is er achter je niet voldoende ruimte om te kunnen werpen. Maar dat gaat voor de volgende stek niet op: aan de westoever van het kanaal, waar ook de jachthaven ligt, zijn enkele vissteigers aangelegd. Daar is het mogelijk het water in te lopen. Ook liggen er stenen dammetjes om de oever te beschermen tegen de golfslag van de boten. Dat is trouwens tegelijk iets om rekening mee te houden: de scheepvaart.
In de vroege ochtend- en late avonduren en in het weekend is er weinig beroepsvaart, maar let goed op. Een met zand volgeladen aak veroorzaakt een behoorlijke golf en voor je het weet heb je een nat pak.
Juist in die vroege en late uren van de dag zoekt de snoekbaars het ondiepere water op om zich daar tegoed te doen aan de jonge vis. En dat maakt de glasogen voor ons vliegvissers bereikbaar want overdag houdt de snoekbaars zich in de diepe vaargeul schuil.
