Techniek van het werpen – De juiste houding
Vliegvissen is een actieve tak van hengelsport. Dat is ook een van de redenen waarom het zoveel mensen aanspreekt. Je werpt de hele dag, dus moet je het op zo’n manier doen dat het niet vermoeiend is. Houd je arm tijdens het werpen laag, de elleboog bijna in je zij gedrukt. Hoe hoger je de vliegenhengel tijdens het werpen in de lucht tilt, des te eerder zul je vermoeid raken in schouder of arm.
Er zit nog een ander nadeel aan het te hoog houden van de hengel. De top van je vliegenhengel maakt in dit geval een halve boog, gaat weliswaar omhoog tot ongeveer de stand 12 uur, maar daarna weer omlaag! De lijn volgt het pad van het topoog en gaat dus achter je ook omlaag, in plaats van omhoog. Wanneer je de vliegenhengel tijdens het werpen naast je houdt, volgt het topoog tijdens de achterwaartse worp een schuin omhooglopende baan en de vliegenlijn volgt dan dezelfde richting.
Probeer, om blessures te voorkomen, zoveel mogelijk te werpen vanuit de elleboog, waarbij je met de pols alleen de ‘stopbeweging’ op 1 uur achter je en 11 uur voor je maakt. Veel mensen werpen bijna uitsluitend uit de pols, maar dit resulteert in minder goede worpen en zoals gezegd, je hebt na verloop van een aantal jaren eerder kans op blessures.